Volatiliteit gaat over de beweeglijkheid van koersen. Een fenomeen dat de
laatste dagen weer opgeld doet. De ene dag stijgen beurzen met een paar
procent, de volgende dag gaat het weer dubbel en dwars omlaag als Portugal
een kermend geluid maakt.
Voor wie belegt met opties, schijnt bewegelijkheid een kans te zijn door
hogere optiepremies en de toegenomen kans dat een optie in the money
raakt. Andere beleggers hebben een hekel aan koersen die op en neer
stuiteren. Maar koersen doen dat, en volgens mij ook steeds harder.
Onrustige beurs
Natuurlijk zijn er ook tegenwoordig nog perioden waarin de beurzen in rustiger
vaarwater verkeren, maar in 2008 bijvoorbeeld was de volatiliteit ongekend.
Beurzen daalden toen veel harder dan tijdens de zogenoemde grote crashes van
1987 en in Europa ook harder dan tijdens de beurscrisis in 1929.
Afgelopen week is Rolf Stout van beleggingsfonds BNP Paribas Obam met pensioen
gegaan. Hij beheerde het fonds volgens eigen zeggen al twintig jaar met
dezelfde filosofie, maar de laatste jaren zijn de koersuitslagen van het
fonds zowel in absolute zin, als ten opzichte van concurrenten bijna
astronomisch van omvang.
Economisch gezien gaat de ontwikkeling in onze westerse wereld steeds
geleidelijker, maar de beurskoersen en andere prijzen op financiële markten
als rente en wisselkoersen zijn grilliger dan ooit. Voor dit probleem zijn
al diverse schuldigen gevonden.
Zenuwachtige beleggers
Van tijd tot tijd krijgen particuliere beleggers de schuld. Die kunnen hun
zenuwen niet in bedwang houden en verkopen in paniek.
Pensioenfondsen in Nederland zijn de laatste jaren ook als schuldigen
aangewezen. Bij een lage dekkingsgraad – die het gevolg kan zijn van
beleggingen die minder waard zijn geworden – is de natuurlijke reactie niet
om bij te kopen, maar om te verkopen.
Computers hebben ook diverse malen de schuld gehad. Stop loss orders en program
trading zouden een zelfversterkend effect hebben.
Indexbeleggers zijn de jongste schuldigen. Als ze verkopen maken ze geen
onderscheid tussen goede en slechte bedrijven en aandelen en zetten zo de
volledige markt in de min. Voor hun collega’s die de markt proberen te
verslaan, verpesten ze het spel ook nog eens omdat alle aandelen met elkaar
meebewegen en de goede niet van de slechte te onderscheiden zijn.
Een laatste schuldige zijn hedge funds, die met veel gevaarlijke leverage
werken, en bij verslechterende omstandigheden allemaal tegelijkertijd de weg
naar de uitgang zoeken en deze blokkeren omdat ze een margin call van
hun bank hebben gehad.
Geen belletje op de bodem
Kortom, we zijn allemaal schuldig aan volatiliteit, of we weten het niet
precies. Maar volatiliteit biedt ook kansen. Hele grote kansen zelfs, voor
wie durft.
Wie in een jaar als 2008 of 2009 met beleggen is begonnen, heeft nu al een
voorsprong van 20 tot 40 procent ten opzichte van degene die met zijn geld
aan de zijlijn wacht tot alle seinen op groen staan, en de vooruitzichten
van economen en analisten (“er zijn nog veel risico’s”) te serieus neemt.
Nee, er ging in maart 2009 geen belletje. De markt bereikte onverwacht en
stilletjes een dieptepunt. Maar de reactie van beleggers als beursindices in
de min staan, moet zijn om te kopen. Voor de meesten onder ons is dat geen
natuurlijke reactie in een tijdperk waarin emotie tonen en er naar handelen
de norm is geworden.
Freddy van Mulligen is Hoofd Research Morningstar
Benelux
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl